Wanneer na 30 jaar de moordenaar van zijn vrouw gevonden wordt, vertelt de weduwnaar sereen: Hij is diepchristelijk opgevoed en las geregeld nog voor in de mis. Ik ben ook christelijk opgevoed, maar dit zijn niet de waarden die ik heb meegekregen. Ik weet alleen dat mijn vrouw er alles aan zou doen om zo'n jongen, een ietwat timide type, de nodige zorgen te geven.