(geïnspireerd op uitspraken van Khalid Benhaddou, Mohammed Riduani en Latifa Ibn Ziaten)
Onze samenleving wordt geen gemeenschap als er weinig of geen contacten zijn tussen mensen met een verschillende achtergrond, met andere tradities en een andere levensbeschouwing. Hoe kan er sprake zijn van samenleven als je elkaar gewoon niet kent, als men niet met elkaar praat?
Om te vermijden dat groepen met andere levensvisies verder uit elkaar gedreven worden, is het nodig dat mensen elkaar benaderen met een verbindende ingesteldheid.
Wat betekent dat concreet? Wat zijn de voorwaarden om dat te realiseren?
Ten eerste is het belangrijk om de eigenheid van de aparte levensbeschouwingen te bewaren. Je kan pas een zinvolle dialoog met anderen beginnen, als je weet en begrijpt waarvoor je zelf staat. Het is nodig dat de verschillende geloofsgemeenschappen hun eigen tradities in ere houden om ze dan te kunnen delen met anderen.
Ten tweede moet vertrouwen het uitgangspunt zijn van gesprekken. Als je het doel hebt om écht met elkaar te praten en elkaar echt te leren kennen, is het nodig om vertrouwen te geven en te krijgen.
Als mensen gestimuleerd worden om privé of in de publieke ruimte visies uit te wisselen met anderen met een verschillende achtergrond, religie of politieke voorkeur, vertrekkend vanuit hun eigenheid maar met vertrouwen, dan wordt heel veel mogelijk. Je kan een gemeenschappelijk kader opbouwen en bijvoorbeeld ontdekken wat het joodse, christelijke en het islamitische geloof de mens leert over vrede en hoop.
Uiteindelijk is het waarderen van elkaar - en van de verschillen - een fundament om succesvol de uitdagingen van onze maatschappij aan te pakken.